Dit artikel stond op 20 mei 2023 in NRC.
Tijdens een stadswandeling met haar vader krijgt Jessica Kuitenbrouwer de zenuwen: ze gaan hun dinerreservering niet meer halen. Maar wáárom vindt ze dat zo erg? Ze zocht het uit.
‘Kunnen we niet gewoon ergens binnenlopen”, vraagt mijn vader. Ik begin te lachen. „Het is vrijdagavond.” Hij kijkt me vragend aan. „Alles wat een beetje leuk is, zit helemaal volgeboekt.” Mijn vader maakt een verontschuldigend gebaar: ik volg jou.
We steken diagonaal het centrum van Amsterdam door van de Kadijken naar de Jordaan. Onderweg fantaseren we hele familiegeschiedenissen bij statige gevels of juist bescheiden woonkamers waarin achter de vitrage licht danst. Eerst doe ik vrolijk mee, maar wanneer mijn vader voor de zoveelste keer abrupt halt houdt en naar een raampartij op een derde verdieping wijst, begin ik ongeduldig met mijn ogen te rollen en op mijn horloge te tikken.
„Waarom ben je nou zo opgefokt”, vraagt mijn vader. Ik zucht ‘dat ze die tafel maar een kwartier vasthouden’, maar eigenlijk moet ik toegeven: ik ben dit niet meer gewend. Ik had een plan voor vanavond, en dat is nu in duigen aan het vallen, probeer ik uit te leggen aan mijn vader. Zijn fronsrimpel trekt in zijn voorhoofd, zijn gelaat spreekt grote verbazing. Het Amsterdam waar ik nu in woon, is namelijk een wezenlijk andere stad dan het Amsterdam dat mijn ouders in het jaar 2000 verlieten voor een huis in het groen.
Gewoon een beetje struinen, op goed geluk een restaurant binnenlopen, of even bij iemand aanbellen om te kijken of ze thuis zijn – de moderne Amsterdammer doet dat eigenlijk niet meer. De afgelopen jaren zijn er meerdere artikelen en boeken verschenen over een ‘nieuw soort’ moderne mens, de agendahedonist, of zoals ik hem zelf liever noem: de agenda-optimaliseerder. Een ambitieus type dat gedreven door oeverloze fomo en de enorme prestatiedruk van de 21ste eeuw het gevoel heeft álles te moeten, en het liefst ook allemaal tegelijkertijd, of in ieder geval zo efficiënt mogelijk.
De agenda-optimaliseerder werkt, sport, doet aan selfcare, maakt tijd om uitgebreid research te doen naar wat dan precies de beste selfcare zou zijn, en onderhoudt een bruisend sociaal leven. En omdat dat nogal wat is om rond te breien voor de gemiddelde mens, houdt de agenda-optimaliseerder er een strakke planning op na. De agenda-optimaliseerder organiseert en reserveert, opdat hij de garantie heeft dat het optimale ook daadwerkelijk uit de agenda te halen is, want ‘voor de aangenaamste belevenissen moet je reserveren, leert de ervaring’ schreef ook Christiaan Weijts laatst in NRC in een essay over ons verlies van spontaniteit.
En dat is te merken in het Amsterdamse uitgaansleven. Wie wil eten in een populair restaurant kan maar beter even zijn agenda trekken en flink vooruitboeken. „Ik reserveer overal”, zegt ook restaurantcriticus in Amsterdam Petra Possel. „Ik durf dat niet meer aan, op de bonnefooi. Op het laatste moment besluiten uit eten te gaan? Je kunt het eigenlijk wel vergeten.”
Volgens Possel komt dat mogelijk door een nieuw gevoel van schaarste in de Amsterdamse horeca. „Sinds de pandemie hebben veel restaurants hun systemen moeten herzien, ook omdat er nu minder personeel is, en in veel gevallen betekent dat dat ze minder mensen kunnen bedienen of minder dagen open zijn”, legt zij uit. En omdat de vraag wél nog steeds heel groot is, betekent dat automatisch dat restaurants vaker vol zitten en mensen die op de bonnefooi komen moeten wegsturen. „Ik zie steeds vaker toeristen met hun ziel onder de arm door de stad lopen, hongerig en bijna wanhopig op zoek naar een restaurant: alles is volgeboekt, of niet open.”
Aanbetalingen
Populaire Amsterdamse horeca werkt daarom sinds de pandemie niet alleen met aanbetalingen bij reserveringen (om de zogeheten ‘no-shows’ te voorkomen) maar ook vaak met timeslots: een window waarin de tafel van jou is. Is je tijd voorbij, dan moet je helaas echt plaatsmaken voor de volgende reservering. „Blijven zitten tot je ongeveer van je stoel valt, kan dus niet meer”, zegt Possel lachend. „En dat is ook wel begrijpelijk, want de vraag is groot en bovendien is dat te belastend voor het personeel dat er nog wel is.”
Maar hoe komt het dan dat wij onder dit soort suboptimale omstandigheden, en bovendien in tijden van grote prijsstijgingen, ook in de horeca, nog zo graag uit eten gaan? Dat zit hem in de aard van de agenda-optimaliseerder. „De moderne mens heeft de neiging gekregen om zijn vrije tijd net zo doelmatig en efficiënt in te richten als zijn werkende leven”, zegt Tom Grosfeld, auteur van het recent verschenen boek Agendahedonisme (2022). „Door ons geïnternaliseerde kapitalistische ethos, gaan veel mensen zichzelf bijna als bedrijfje beschouwen. En daarvan moeten ze de processen zo efficiënt en productief mogelijk inrichten, dus ook hoe ze onze vrije tijd benaderen.”
En wat bereikt de agendahedonist daar dan mee? Een bedrijf is ingericht om geld te genereren, een privéleven niet. „Toch vergaart de agendahedonist op deze manier wel degelijk een soort kapitaal: cultureel kapitaal, ervaringskapitaal”, legt Grosfeld uit. „De agendahedonist heeft grote ervaringshonger en etaleert graag wat hij aan ervaringen consumeert, want dat draagt bij aan zijn sociale aanzien. Tijd doorbrengen met vrienden is waardevol, maar als dat te combineren is met een verrijkende ervaring zoals een concert, theatervoorstelling of hip restaurant dan heb je daar meer aan – het is als een investering in jezelf.”
Wie waarde hecht aan ervaringen sparen, zal zich daarom neer moeten leggen bij verder vooruitplannen. Want wie weigert vist achter het net. Niet alleen bij restaurants, maar ook vaak in zijn sociale leven. „Je kent het vast wel: je hebt op zaterdag plannen met iemand en die zegt de donderdag van tevoren opeens af. Dat voelt ook een beetje zielig op een bepaalde manier. Er valt opeens een gat”, zegt Grosfeld. „Al is het maar omdat je andere vrienden je aan zien komen. ‘Oh er zal wel iemand afgezegd hebben’, denken die vast als jij op donderdag nog plannen voor dát weekend probeert te maken.”
Hippe twintigers en dertigers
Bovendien zijn agenda-optimaliseerders (niet uitsluitend, maar vaak) hippe twintigers en dertigers die in de stad wonen om wat die allemaal te bieden heeft op cultureel en culinair gebied – en dat ten volle benutten. Maar daarbij zijn zij dus ook de bevolkingsgroep die in deze biotoop bepaalt wat in de mode is en op welke restaurantreserveringen er een run komt.
Het is een soort slang die in zijn eigen staart bijt: door de vraag op te drijven naar bepaalde ervaringen, in dit geval avonden bij specifieke restaurants, ben je als ervaringshongerige gedwongen om je gewenste ervaring te garanderen met een reservering – al dan niet met aanbetaling. „Terwijl het heel moeilijk is om van tevoren af te dwingen dat jij een leuke avond zal hebben in een restaurant”, merkt Possel op. „Ook als het een geweldig restaurant is, kan het zomaar zijn dat je daar helemaal niet lekker zit, omdat toevallig je relatie er niet zo goed aan toe is.”
„Het laat inderdaad vrij weinig ruimte voor waar op dat bepaalde moment misschien behoefte aan is, als je zo ver vooruit besluit wat je gaat doen”, zegt ook Grosfeld. „Als mensen een leuke avond beschrijven, dan beschrijven ze juist vaak een gevoel van spontaniteit of resonantie.”
Een gevoel van spontaniteit, het is precies waar zowel mijn vader als ik al wandelend door de binnenstad naar op zoek is, allebei op onze eigen manier. Na wat gemopper over ‘dat ik toch echt mijn best heb gedaan voor die reservering’, besluit ik me voor vanavond over te geven aan zijn manier en laat ik mijn plannen verder voor wat ze waren. We wandelen, fantaseren er op los en halen herinneringen op uit ons gedeelde Amsterdam, bij voordeuren waarachter vroeger vrienden woonden en de stoeprand waartegen we ooit samen met de fiets ten val kwamen. Ons diner bestaat uit slappe kroketten uit de muur, ze smaken best. En aan het einde van de avond bel ik zomaar bij mijn beste vriend aan, gewoon, om te kijken of hij thuis is. Wat denk je? Dat is hij.